Stichting Beheer Kerkelijk Erfgoed Oostwold

 

De (voor-) geschiedenis van het kerkgebouw


De huidige Hervormde kerk van Oostwold is een vervanging van een oudere kerk. De oudste, uit de Middeleeuwen stammende kerk was vermoedelijk noordelijker gelegen. Deze kerk moest in 1543 wijken voor de telkens terugkerende overstromingen van de Dollard. In 1545 kwam aan de noordzijde van het dorp de nieuwe Dollarddijk gereed. Achter deze dijk werd waarschijnlijk eerst een noodkerk gebouwd.

 

De reden om een tijdelijk kerkgebouw op te richten was mogelijk de opkomende Reformatie met als gevolg onlusten die uiteindelijk in 1568 uitliepen op een 80-jarige oorlog met Spanje. Nadat in 1594 de stad Groningen op de Spaanse troepen was veroverd, keerde de rust terug in Groningen.

 

De vrede leidde er in Oostwold toe dat er vermoedelijk in 1598 een nieuwe kerk kon worden gebouwd. Het kerkgebouw was daarmee het eerste Godshuis in het gewest Groningen dat naar protestantse inzichten kon worden gebouwd. Over deze kerk is in de geraadpleegde geschreven bronnen niets vermeld, maar vermoedelijk was het een rechthoekige zaalkerk met vrijstaande toren, zoals is te zien op de in 1677-1678 vervaardigde Coenderskaart. Het is ook mogelijk dat de toren vrijwel direct na de afbraak van de oude kerk als baken achter de dijk werd gebouwd, waarna er rond 1600 een nieuwe kerk naast de toren verrees. In één van de balken stond gesneden: alle dinck is vorghenckelick sunder Ghodes woert, 1598.

 

Een vermoedelijk 15e eeuwse klok die afkomstig was uit de toren, heeft tot 1943 bij de Openbare Lagere School te Meerland nabij Oostwold gehangen. In de Beredeneerde Lijst van Torenklokken in de provincie Groningen (uitgave 1945) staat te lezen: Meerland; school; 15e eeuw; 49 cm (= doorsnede van de klok); afkomstig uit Oostwold met in gotische letters het opschrift O REX GLORIE CRISTE VENI CUM PACE. In de in 1940 verschenen uitgave Monumenten van Geschiedenis en Kunst in Oost Groningen staat over deze klok nog vermeld dat ze hing voor een onderwijzerswoning in Meerland, dat de klok erg verweerd was en een hoogte had van 44,5 cm. Mogelijk betrof het een Angelusklokje. In naoorlogse uitgaven over torenklokken wordt deze klok niet meer genoemd. De klok staat sinds 1956 in depot bij het Groninger Museum.


1775 De bouwperiode

Meester Timmerman Geert Bonsema

De kerk van Oostwold is gebouwd in de jaren 1775-1776 en is ontworpen door en gebouw onder leiding van Geert Bonsema (1735-1822). Hij was 'Meester Timmerman in Stoeldraaijersstraat' te Groningen. Hij was geen onbekende in Oostwold. In 1772 voltooide hij er reeds de pastorie.

 

Bonsema was in 1773 ook verantwoordelijk voor de nieuwbouw van de kerk van Kropswolde; in 1775 gaf hij leiding aan de herbouw van het Aduardergasthuis aan de Munnikeholm in de stad Groningen. Ook de kerk van Solwerd werd in 1783 mogelijk naar plannen van Bonsema gebouwd.

 

Bonsema was op 1 februari 1764 Meester Timmerman geworden, getuige de gildepenning hiernaast. Het gedenkteken bevindt zich momenteel in de collectie van het Groninger Museum.

 

Ook in 1764 trouwde Bonsema met Anna Christina Meijer (1743-1829). Tussen 1767 en 1784 lieten zij in ieder geval zeven kinderen dopen in de Der Aa-kerk te Groningen. Vanaf 1781 komen we Bonsema ook tegen als Commies Provinciaal (waterstaatkundige). Er zijn constructietekeningen van de Winsumer- en Schaphalsterzijl uit 1790 van hem bewaard gebleven bij RHC Groninger Archieven. Bonsema werd geboren in Bonda (Bunde?). Hij stierf in 1822 in Groningen op 87-jarige leeftijd.

 

Kropswolde

Aduardergasthuis in Groningen

Solwerd

Gildepenning van Geert Bonsema


De bouw van de kerk van Oostwold

Het perceel waarop de nieuwe kerk van Oostwold werd gebouwd, werd in mei 1775 voor 800 gulden verworven van Derk Jakobs. Het betrof 'de huisplaatze en tuinen door hem bewoond en gebruikt'. De kerkrekeningen over de jaren 1774-1776 en 1777-1779 geven enig inzicht in de enorme kosten die de bouw van nieuwe kerk met zich meebracht. Zo werden in 1775 bij J. Weitz te Delfzijl 274.500 stenen en 250 dakpannen besteld voor een bedrag van 4117 gulden. De overige 'blauwe pannen tot de nieuwe kerke' werden voor 352 gulden aangeschaft bij J. Takens. Geert Dikboom kreeg 59 gulden en 1 stuiver uitbetaald 'voor het oppassen bij de steenen, en uit 't schip brengen en op de wagen zetten, in de Scheemda'.

 

Het aangeleverde grenen- en vurenhout, alsmede de blauwe vloer in de kerk en de huur van het steigerhout kostte 3132 gulden Aan eikenhout werd ruim 301 gulden uitgegeven. De loodgieter ontving 1480 gulden. De totale kosten voor de nieuwbouw van de kerk bedroegen ongeveer 26.000 gulden, inclusief arbeidsloon, materialen en vrachtkosten. Dat was in die tijd een enorm bedrag, zeker in vergelijking met het salaris van een dagloner, dat ongeveer 50 cent per dag bedroeg.

 

Het ontwerp van de kerk van Oostwold

Bonsema liet zich bij zijn ontwerp inspireren door de zeventiende eeuwse Nieuwe Kerk te Groningen. Beide kerken hebben een Grieks kruis als grondplan. Deze vorm is op zich goed bruikbaar voor de rooms-katholieke liturgie, maar minder geschikt voor de protestantse eredienst, waar de kansel centraal staat en alles in de kerk hierop is gericht. Desondanks werd in Oostwold gekozen voor het klassieke Griekse kruis als grondplan.

 

De bezwaren van een dergelijke plattegrond komen goed tot uiting in het bankenplan. De predikant moet een blikveld bestrijken van ongeveer 200 graden, terwijl dat bij de meeste protestantse kerken hooguit 100 graden, oftewel ongeveer de helft is.


1849 Verfraaiing

In 1849 werd de kerk verfraaid en verbeterd, waartoe na de Algemene Synode der Hervormde kerk en Z.M. de Koning, ook uit de provinciale fondsen toeslagen verleend zijn. Wat er zo al is veranderd aan de kerk, is niet precies meer na te gaan. In de rekeningboeken van de kerkvoogdij is er niets over terug te vinden.


1882 Uitbreiding

In 1882 werd ter verkrijging van meer ruimte de zuidvleugel met ongeveer vijf meter verlengd. Het grondplan van de kerk veranderde zo van een Grieks in een Latijns kruis. De uitbreiding van de zuidelijke kruisarm is duidelijk zichtbaar op de foto hiernaast:

 

 

 

 

 

 

  

Boven de ingang van de kerk staat: "Gebouwd in den jaare 1775 toen hier kerkvoogden waren de heeren Wiardus Siccama, Borgemeester in Groningen & etc. en Henricus Sparringa, Secretaris Ontv. & Fiskaat van `t Zijlvest der beide Oldambten, en Lambertus Bolhuis Pastor was. Verbouwd in het jaar 1882."


De raamopeningen van de kerk zijn mogelijk in 1882 voorzien van houten ramen, waarbij de uit de bouwtijd stammende zandstenen middenstijlen gehandhaafd bleven. Duidelijk is te zien dat er oorspronkelijk glas-in-lood in de raamopeningen heeft gezeten. Het interieur van de kerk onderging in 1882 zijn laatste wijziging. Het tot dan toe houten kruisgewelf werd gestukadoord. Het gewelf in de nieuwe aanbouw is opvallend genoeg niet gemaakt van hout, maar van riet. Deze werd ter afwerking ook gestukadoord. Er werden versieringen aangebracht.


1930 Aanbouw

Omstreeks 1930 werd in de zuidwestelijke kruisarm een aanbouw gemaakt naar voorbeeld van de voormalige consistorie in de zuid-oostelijke kruisarm. Op nevenstaande foto's is het verschil links naast de ingang duidelijk waarneembaar. Zonder aanbouw:

 

 

 

 

 

 

 

 

Met aanbouw. Het gebouw rechts op de tweede foto is de voormalige openbare school. Helemaal rechts is de voormalige kosterswoning te zien.

 



1976 Laatste integrale restauratie

De laatste restauratie van het kerkgebouw vond plaats in 1976. De restauratie stond onder leiding van Bureau voor Architectuur P.L. de Vrieze te Groningen en werd uitgevoerd door aannemersbedrijf Heikens te Midwolda (Old). Het loodgieters- en leidekkerswerk werd verzorgd door fa. Krook te Groningen.